De taken en verantwoordelijkheden van de christelijke kerk zijn het prediken en onderwijzen van het woord van God aan het volk van God, hen te bedienen, over hen te waken, en hen te leiden in het begrijpen en beoefenen van de eredienst. Voordat ik hier dieper op inga, moeten we ons afvragen: “Wat is de kerk?” De kerk kan op twee manieren worden opgevat: de zichtbare kerk en de onzichtbare kerk. De zichtbare kerk bestaat uit mensen die de gebouwen bezoeken, naar studies gaan, enz. De onzichtbare kerk bestaat uit hen die werkelijk gered zijn. Zij zijn wedergeboren. Maar natuurlijk kunnen wij niet in de harten van mensen kijken om te zien of zij wedergeboren zijn. Niettemin werkt de zichtbare kerk met haar predikanten, ouderlingen en diakenen terwijl zij tracht de leringen van de Bijbel uit te voeren.

Basaal gezien vallen deze leringen in verschillende categorieën, afhankelijk van hoe zij worden ingedeeld. Niettemin volgt hier een lijst van enkele van de verantwoordelijkheden van de christelijke kerk, in alfabetische volgorde.

  1. Discipelschap
  2. Evangelisatie
  3. Gemeenschapszin
  4. Onderricht
  5. Gebed
  6. Sacramenten
  7. Dienst
  8. Spirituele ondersteuning
  9. Aanbidding

Laat me elk van deze verder toelichten.

Discipelschap

Discipelschap is de gewoonte van de christen die over Jezus leert en in praktijk brengt wat hij onderwees. Het is een proces om meer op Hem te gaan lijken, terwijl wij trachten zijn woorden te volgen en zijn daden na te volgen. Het doel is veelzijdig. Een discipel van Christus wil op Christus gaan lijken, maar wil ook eer aan Hem toebrengen. Een discipel moet zijn kruis oppakken en Jezus navolgen (Lucas 9:23). Maar discipel zijn betekent niet alleen dat je een beter mens wordt, die eerlijker, geduldiger, zachtmoediger, enz. is. Het betekent ook dat we uitreiken naar anderen, zowel binnen als buiten de kerk. Dat is tenslotte wat Jezus deed.

  • Matheüs 28:19, “Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes.”
  • Acts 1:8, “maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u gekomen zal zijn, en gij zult Mijn getuigen zijn zowel te Jeruzalem als in geheel Judea en Samaria, en zelfs tot in het verste gedeelte der aarde.”
  • Acts 14:21, “Nadat zij in die stad het evangelie verkondigd hadden en vele discipelen gemaakt hadden, keerden zij terug naar Lystra en naar Iconium en naar Antiochië.”

Uitrusten

Uitrusten betekent: voorzien in wat nodig is om een taak te volbrengen. De Bijbel zegt ons dat de kerk bestaat uit herders en leraars die de heiligen moeten toerusten voor het werk van dienst en voor de opbouw van het lichaam van Christus (Efeziërs 4:11-12). Deze toerusting is natuurlijk voor de bevordering van het koninkrijk van God en de heiliging van Gods volk. Het bestaat uit onderricht, discipelschap, gebed, en meer. De christen moet op verschillende gebieden worden toegerust, afhankelijk van zijn of haar mogelijkheden en gaven. Dit omvat zowel intellectueel als ervaringsmatig inzicht in het geloof. Immers, wij zijn door Christus niet slechts geroepen om kennis te verwerven om uit te voeren wat wij weten in de wereld.

  • Efeziërs 4:11-12, “En Hij heeft sommigen gegeven tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars, 12 om de heiligen toe te rusten tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus.”
  • Johannes 13:34: “Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt, gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt.”

Evangelisatie

Evangelisatie is de praktijk van het spreken tot ongelovigen over het reddende werk van Christus. Het is de verkondiging van het evangelie van Christus. Het betekent hen te informeren over hun zonde en de gevolgen van de zonde (Rom. 6:23; Jesaja 59:2) en hoe Jezus de enige weg is om onze zonden vergeven te krijgen (Joh. 14:6; Hand. 4:12). Hoewel de meeste mensen in deze steeds meer geseculariseerde wereld wel van Christus gehoord hebben, weten steeds minder mensen wie Jezus is en wat Hij gedaan heeft. Niettemin is het de taak van de gemeente, van de leden van het lichaam van Christus, om anderen te vertellen over wat Jezus aan het kruis heeft gedaan.

  • Handelingen 4:12, “En in niemand anders is redding; want er is onder de hemel geen andere naam onder de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden.”
  • Romeinen 10:14-17, “Hoe zullen zij Hem dan aanroepen in Wie zij niet geloofd hebben? Hoe zullen zij in Hem geloven, in Wie zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder prediker? 15 Hoe zullen zij prediken, tenzij zij gezonden worden? Zoals er geschreven staat: “HOE SCHOON ZIJN DE VOETEN VAN DIE GOED NIEUWS BREKEN!” 16 Maar zij hebben niet allen acht geslagen op het goede nieuws; want Jesaja zegt: “HEERE, WIE HEEFT ONS VERHAAL GELOOFT?” 17 Het geloof komt dus voort uit het horen, en het horen door het woord van Christus.”
  • 1 Korinthe 15:1-4: “Ik maak u nu bekend, broeders, het evangelie dat ik u verkondigd heb, dat ook u ontvangen hebt, waarin ook u staat, 2 waardoor ook u behouden wordt, als u vasthoudt aan het woord dat ik u verkondigd heb, tenzij u tevergeefs geloofd hebt. 3 Want wat ik ontvangen heb, heb ik u als eerste overgeleverd, namelijk dat Christus voor onze zonden gestorven is, naar de Schriften, 4 en dat Hij begraven is, en dat Hij ten derde dage opgewekt is, naar de Schriften.”

Gemeenschap

Gemeenschap is de betrokkenheid van het volk van God, met elkaar in een zorgzame onderlinge vereniging. Wij hebben gemeenschap met elkaar wanneer wij tijd met elkaar doorbrengen en genieten van elkaars gezelschap. Maar in de christelijke context draait deze gemeenschap uiteindelijk om de persoon en het werk van Christus. Christenen hebben gemeenschap met elkaar op basis van de gemeenschappelijke wetenschap dat wij gered zijn door het vergoten bloed van Christus (Handelingen 20:28; 1 Johannes 1:9). Daarnaast proberen wij over Jezus te leren en meer op Hem te lijken. Maar dat niet alleen, christenen hebben gemeenschap met God door Jezus (1Kor.1,9). Het is in onze kerken waar wij een nauwere en diepere gemeenschap ervaren met elkaar en met God.

  • 1 Korintiërs 1:9, “God is getrouw, door wie gij geroepen zijt tot de gemeenschap met zijn Zoon, Jezus Christus, onze Here.”
  • 1 Johannes 1:3, “Wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij ook u, opdat ook gij gemeenschap met ons hebt; en onze gemeenschap is met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus.”

Onderricht

In de christelijke kerk zijn voorgangers en oudsten (Ef. 4:11-12), wier taak het deels is om het lichaam van Christus te onderrichten in de bijbelse waarheid en principes. Christenen onderwijzen is één van hun hoofddoelen. Natuurlijk moet het onderricht gecentreerd zijn rond de openbaring van Jezus Christus, zoals die gevonden wordt in het geheel van de Bijbel, inclusief het Oude en Nieuwe Testament. Het onderwijs omvat zaken als het begrijpen van de leer van de Drie-eenheid, wie Jezus is, wat Hij aan het kruis deed, verlossing, heiliging, opstanding, oordeel, en toekomstige dingen. Daarnaast is het corrigeren van dwalingen een noodzaak, omdat zij het volk behoeden voor valse leraren. Als een kerk geen gezonde leer onderwijst en geen fouten corrigeert, kan zij niet als een ware christelijke kerk worden beschouwd.

  • Matheüs 28:20: “Leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb; en zie, Ik ben met u al de dagen der eeuwen.”
  • Efeziërs 4:11-12: “En Hij heeft sommigen gegeven tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars, 12 om de heiligen toe te rusten tot het werk van dienst, tot opbouw van het lichaam van Christus.”
  • 1 Timoteüs 4:6: “Door de broeders deze dingen aan te wijzen, zult gij een goed dienaar van Christus Jezus zijn, voortdurend gevoed met de woorden van het geloof en van de gezonde leer, die gij hebt gevolgd.”
  • Titus 1:9, “het getrouwe woord, dat met de leer overeenstemt, vasthoudende, opdat hij zowel in staat zal zijn tot vermaning in de gezonde leer, als tot weerlegging van hen, die tegenspreken.”

Het gebed

Het gebed is het nederige werk van een mens, die tot God spreekt en Hem vraagt in zijn of haar behoeften te voorzien. Maar het is niet alleen dat. Het gebed is ook een plaats en tijd van aanbidding waar de christen God prijst, voorbede doet voor anderen, om vergeving vraagt, richting zoekt, en pleit voor innerlijke verandering. Dit gebed kan alleen zijn of in de context van de samenkomst van het volk van God in een kerk. Om te leren bidden moeten wij ons richten naar Gods woord en natuurlijk is de kerk er om ons te helpen begrijpen hoe wij moeten bidden, omdat zij ons het woord van God leert. Jezus leerde ons te bidden voor hen die ons vervolgen (Matt. 5:44), in eenzaamheid te bidden en niet voor publieke goedkeuring (Matt. 6:5-6). Hij gaf ons ook een model voor gebed (Matt. 6:9-13). Paulus bad voor het heil van de mensen (Rom. 10:1) en voor hun goede gedrag (2 Kor. 13:7). Wij moeten te allen tijde bidden (Ef. 6:18), met vreugde (Fil. 1:4), en door God verzoeken te doen (Fil. 4:6). Wij kunnen bidden om bevrijding (Fil. 1:19), om Gods wil (Kol. 1:9), dat het woord van God zich zou verspreiden (2 Thess. 3:1), enz. Dit alles, en meer, is wat wij moeten leren in de kerk, en door het lichaam van Christus, als wij Gods woord bestuderen.

Bidden kan in verschillende lichamelijke houdingen, zoals buigend en knielend (Lukas 22:41; Handelingen 21:5; Psalm 95:6; 2 Kron. 6:13), uitgestrekte handen (1Tim.2:8; Ezra 9:5), omhooggeheven ogen (Joh.17:1), op de borst slaan (Luk.18:13), neerliggen (Num.16:22), enz.

  • Matheüs 5:44, “Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief en bidt voor hen die u vervolgen.”
  • Matheüs 6:6, “Maar gij, wanneer gij bidt, gaat in uw binnenkamer, sluit uw deur en bidt tot uw Vader, die in het verborgene is; en uw Vader, die ziet wat in het verborgene gedaan wordt, zal u belonen.”
  • Matheüs 6:9-13, “Bidt dan op deze wijze: ‘Onze Vader die in de hemelen zijt, Uw naam worde geheiligd. 10 ‘Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel. 11 ‘Geef ons heden ons dagelijks brood. 12 ‘En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven hebben aan onze schuldenaren. 13 ‘En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van het kwade. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.””
  • Romeinen 10:1: “Broeders, mijn hartenwens en mijn gebed tot God voor hen is hun behoud.”

Sacramenten

Een sacrament is een zichtbare manifestatie van het woord en het werk van God. In de protestantse theologie zijn er twee sacramenten: het Avondmaal en de doop. Het is de plicht en verantwoordelijkheid van de christelijke kerk om een middel te verschaffen om deel te nemen aan het avondmaal van de Heer en om het volk van God te dopen. Sommigen noemen deze twee dingen ordinanties. Anderen noemen ze symbolen. Niettemin, als de kerk samenkomt voor aanbidding, om het woord van God te horen prediken, en om gemeenschap te hebben, nemen wij ook deel aan deze verordeningen die ons in de Schriften zijn geopenbaard.

  • Luke 22:14-20, “Toen het uur gekomen was, leunde Hij achterover aan de tafel, en de apostelen met Hem. 15 En Hij zeide tot hen: Ik heb ernstig begeerd dit Pascha met u te eten, eer Ik lijden zou; 16 want Ik zeg u: Ik zal het nooit meer eten, voordat het in het Koninkrijk Gods vervuld zal zijn.” 17 En toen Hij een drinkbeker genomen en gedankt had, zeide Hij: Neemt dien en deelt dien onder elkander; 18 want Ik zeg u: Ik zal van nu aan niet meer van de vrucht des wijns drinken, totdat het Koninkrijk Gods komt.” 19 En toen Hij brood genomen en gedankt had, brak Hij het en gaf het hun en zei: “Dit is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt; doet dit tot Mijn gedachtenis.” 20 En op dezelfde wijze nam Hij de beker, nadat zij gegeten hadden, zeggende: “Deze beker, die voor u vergoten wordt, is het nieuwe verbond in Mijn bloed.”
  • Matheüs 28:19, “Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes.”

Dienst

We dienen elkaar in de kerk. Maar we dienen ook de gemeenschap. Dienstbaarheid is een manier om elkaar te helpen. Het kan opofferend zijn. Maar het moet hartelijk zijn, met liefde en aandacht voor het welzijn van anderen. Wanneer we elkaar helpen, moeten we begrijpen dat het uiteindelijk Jezus is die we dienen (Kol.3,24; 1Tim.4,6; Jak.1,1). Jezus spreekt over het dienen van mensen door hen te eten te geven, water te drinken, dicht bij zich te dragen, en de zieken en de gevangenen te bezoeken (Matt. 25,37-40). Timotheüs en Erastus dienden Paulus (Handelingen 19:22). En, wij moeten elkaar dienen (Gal. 5:13).

  • Mattheüs 25:37-40, “Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: ‘Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig, en U te drinken gegeven? 38 ‘En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien, en U binnengelaten, of naakt, en U gekleed? 39 ‘Wanneer hebben wij U ziek gezien, of in de gevangenis, en zijn wij tot U gekomen?’ 40 “De Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: ‘Voorwaar, Ik zeg u: voor zover gij het aan een van deze broeders van Mij gedaan hebt, zelfs aan de minste van hen, hebt gij het aan Mij gedaan.'”
  • 2 Korintiërs 9:12, “Want de bediening van deze dienst voorziet niet alleen ten volle in de behoeften der heiligen, maar loopt ook over door vele dankzeggingen aan God.”
  • Galaten 5:13, “Want gij zijt geroepen tot vrijheid, broeders; maar maakt uw vrijheid niet tot een gelegenheid voor het vlees, maar dient elkander door de liefde.”
  • Efeziërs 4:12, “tot toerusting van de heiligen voor het werk der dienst, tot opbouw van het lichaam van Christus.”

Geestelijke ondersteuning

Geestelijke ondersteuning is de hulp die de kerk aan haar leden geeft door de prediking en het onderwijs van het woord van God. Het is een daad van liefde aan elkaar betoond. Geestelijke ondersteuning kan bestaan uit het corrigeren van de leer, het waarschuwen voor zonde, het troosten van zieken, het adviseren van mensen in nood, enz. Het is geestelijk omdat het gebaseerd is op het woord van God. Daarom is het iets dat de kerk als geheel moet volbrengen. Natuurlijk gebruiken wij het woord van God als onze gids, en de voorgangers en oudsten leren ons hoe wij elkaar geestelijk kunnen steunen. Zij worden verondersteld ons te onderwijzen vanuit dat woord, zodat we kunnen leren hoe we anderen in nood kunnen helpen.

  • Johannes 15:12, “Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijk Ik u liefgehad heb.”
  • Romeinen 15:1, “Wij, die sterk zijn, moeten de zwakheden dragen van hen die geen kracht hebben, en niet alleen onszelf behagen.”
  • Galaten 6:2, “Draagt elkanders lasten, en vervult daardoor de wet van Christus.”
  • 1 Tessalonicenzen 5:14, “Wij dringen er bij u op aan, broeders, vermaan de ongeregelden, bemoedig de zwakken, help de zwakken, heb geduld met een ieder.”

Aanbidding

Aanbidding is de aanbidding en lofprijzing van God en God alleen. Deze aanbidding en lofprijzing kan worden bewerkstelligd door gebed, lichamelijke houding en gezang. Gebed is de praktijk van nederigheid voor God, en daarin loven wij Hem. Wij kunnen God aanbidden door neer te buigen (Psalm 95:6), met ons gezicht naar de grond (1 Kor. 14:25), staand (1 Kron. 23:30; Psalm 22:23). Het moet in geest en waarheid zijn (Joh.4:23). Wij kunnen aanbidden in Gods huis (Jer. 26:2) of tijdens het rijden, zitten of lopen. Wij kunnen Hem ook zingend aanbidden (Ex. 15:1; Psalm 9:11; Rom. 15:9). Wij mogen God echter niet aanbidden met de voorschriften van mensen (Matt. 15:9). Dit betekent dat wij Gods woorden moeten bestuderen om de waarheid over aanbidding te leren kennen, en het is de kerk die hierin voorziet door haar op de bijbel gebaseerde onderwijs.

  • Johannes 4:23, “Maar er komt een uur, en dat is nu, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid; want zulke mensen zoekt de Vader om zijn aanbidders te zijn.”
  • Efeziërs 5:19, “19 Spreekt tot elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, terwijl gij de Heer zingt en van harte lofprijst.”
  • Psalm 2:11, “Aanbidt de HEERE met eerbied en verheugt u met bevenheid.”
  • Psalm 33:1-3, “Zingt van vreugde voor de HEERE, o rechtvaardigen, de lofzang der oprechten wordt waardig. 2 Dankt den HEERE met den lier; Zingt Hem lof met een harp van tien snaren. 3 Zing voor Hem een nieuw lied, speel vaardig met een vreugdekreet.”
  • Palm 95:6, “Kom, laten wij aanbidden en ons neerbuigen. Laten wij knielen voor de HERE, onze Maker.

Conclusie

Elke van de bovenstaande categorieën kan worden uitgebreid. Maar zij zouden voldoende moeten zijn om te helpen verklaren wat het doel van de kerk is. In wezen is het om het lichaam van Christus toe te rusten voor het dienstwerk (Ef.4,11-12), discipelen te maken (Luc.9,23; Mat.28,19), te evangeliseren (Mat.28,20), te onderrichten (1Tim.4,6; Titus 1,9), aan te moedigen tot gebed (Mat.6,9-13; Ef.1,8), te bidden (Mat.6,8; Ef.1,8), te bidden (Mat.2,1), te bidden (Mat.2,1), te bidden (Mat.2,2). 6:9-13; Ef. 6:18; 2 Thess. 3:1, enz.), deel te nemen aan de sacramenten (Luc. 22:14-20), elkaar te dienen (Gal. 5:13; Kol. 3:24), en God te aanbidden (Joh. 4:23; 17:1).